Brittes Kookkunsten.

Lekkere recepten en avontuurlijke reisverhaaltjes!

De allerlaatste dag

Als ik op zondagochtend naar beneden loop voor het ontbijt, weet ik eigenlijk nog steeds niet wat het plan voor vandaag nou is. De afgelopen dagen zijn er vurige discussies gevoerd over deze laatste dag, maar er is niet veel uitgekomen. Er zijn drie opties. De eerste optie is bedacht door papa, we kunnen langs Karasjok helemaal door het binnenland rijden, ergens in the middle of nowhere overnachten en dan op maandagochtend nog tweeënhalf uur naar Alta rijden. De tweede optie is zomaar aan komen waaien, we kunnen rechtstreeks terug naar Alta en dan daar onszelf nog een halve dag vermaken (niemand is eigenlijk voor deze optie). Optie 3 is bedacht door mij en ook mama staat aan mijn zijde, we kunnen nog een nachtje hier blijven en nóg een keer naar de Noordkaap (ik zie mezelf stiekem alweer in de sneeuwschuiver zitten). Helaas is papa duidelijk niet voor deze laatste optie.

Aan de ontbijttafel vraag ik dus of er meer duidelijkheid is en ja hoor, we gaan voor optie 1 (papa’s keuze natuurlijk...). Na wat onderhandelingen wordt de optie gelukkig nog iets aangepast. We rijden inderdaad vandaag door het binnenland langs Karasjok, maar we proberen vanavond al in Alta aan te komen. Dat moet haalbaar zijn en dan hoeven we tenminste niet te haasten morgenochtend. Oké, ook ik ben het hier uiteindelijk mee eens. Na een lekker ontbijtje en nadat ik al mijn spullen weer in mijn backpack heb gefrommeld, ben ik klaar om te gaan, papa en mama zitten al zowat in de auto.

Onderweg bedenk ik me dat het misschien juist goed is dat we door het binnenland rijden en weer iets nieuws zien, ik heb er namelijk nog niet echt verwachtingen van. Als we vandaag weer naar de Noordkaap zouden gaan, zouden mijn verwachtingen torenhoog zijn en dan zou mijn dag zomaar “verpest” kunnen worden doordat het weer niet zo mooi is of doordat het drukker dan gisteren is. Ik kan het me maar beter blijven herinneren en koesteren zoals ik dat nu al doe. Dit gevoel vergeet ik namelijk nooit meer.

De hele dag luister ik muziek en staar ik uit het raam. Het ruige en kale poollandschap verandert langzaam. Eerst verschijnen er wat struikjes, dan verdwijnen de grote rotsblokken, als we uiteindelijk het “echte” binnenland inrijden, lijkt het net alsof we op een andere planeet zijn beland. Het is weer alsof we boven de wolken zweven. De witte heuvels lijken net suikerspinnen en het enige wat die illusie verstoort is het grote aantal berkenboompjes. De boompjes zijn niet groter dan twee meter en steken als takjes in de sneeuw. De hele dag staat er geen zuchtje wind en er is geen wolkje te zien aan de blauwe hemel. De temperatuur daalt steeds verder en bijna de hele reis blijft het rond de -20 °C met als hoogtepunt (of dieptepunt?!) -25 °C. Als we stoppen om wat foto’s de maken en uitstappen zonder jas, lijkt het totaal niet koud, maar dat is het verraderlijke volgens mama. Hier, hoog in de Noorse toendra kan de kou zo maar ineens toeslaan.

Ergens in de middag zien we een groep (verlaten) auto’s staan in het lege landschap. We bedenken wat de auto’s daar doen, ik ben er van overtuigd dat ze een sledehondentocht aan het maken zijn, maar waar zouden de sledes dan in passen? Papa denkt dat ze een sneeuwscootertocht maken, maar waar passen de sneeuwscooters dan in? Gelukkig is mama daar met het verlossende woord, ze zijn vast aan het ijsvissen! Mysterie opgelost. Veel later, als er wat meer bomen verschijnen en als we een duidelijk Sami gebied inrijden, blijven er waarschuwingsbordjes met elanden opduiken. Wat zou onze reis compleet zijn als we ook nog een eland of misschien een rendier zien. Maar ja, we zijn al zo ontzettend vaak in Scandinavië geweest en het is eerder gebeurd dat we een hele vakantie niet één eland zagen, al gingen we zelfs op elandensafari. Bovendien hebben we deze vakantie al veel te veel geluk gehad. Toch hou ik mijn ogen goed open en ineens duiken de elanden op! Niet op de bordjes, maar in het echt. Ik zie er eerst twee, nog geen vijf minuten later weer en in totaal zien we binnen het tijdsbestek van een half uur wel acht elanden! Wauw, de reis is volmaakt. Als we weer veel later in wat minder begroeid gebied rijden, zien we ook nog een kleine kudde rendieren, kan het nog perfecter?

Rond 17:00 uur komen we aan in Alta, het is al donker en we glibberen over de parkeerplaats naar het hotel waar we de eerste twee nachten ook sliepen. Als we ingecheckt en wat uitgerust zijn (ja, zo’n autoreis is best vermoeiend hoor!), gaan we naar beneden voor ons laatste avondmaal. Het is ontzettend lekker. Na het eten begin ik aan mijn blog, maar het schrijven lukt niet echt, ik ben best wel moe. Mama klopt op mijn deur om te overleggen of we nog één keer het noorderlicht gaan bekijken. Ik had mijn Aurora app natuurlijk allang gecheckt en de kansen zijn goed, alleen het is wel bewolkt… Ik twijfel, want het zou zonde zijn als we naar buiten gaan om het geweldige lichtspektakel nog één keer te zien en om vervolgens tot de conclusie te komen dat het niet meer is dan een vage, kleine gloed. Na even dubben, word ik uit mijn gedachten gehaald door de app, ik krijg een melding dat de kansen om het noorderlicht te spotten echt heel hoog zijn nu en ik ben meteen om. We rijden naar hetzelfde donkere plekje als waar we de eerste dag waren en we stappen uit (de gevoelstemperatuur is -28 °C). Natuurlijk kan het licht niet tippen aan hoe we het zagen bij Tor, dat was immers het summum. Toch is het er vanavond weer, het is veel, de hele hemel kleurt groen en we zien het zelfs weer een beetje dansen. Wat een afsluiting van misschien wel de mooiste vakantie van mijn leven…